De verdachte was de bewuste dag in de winkel en viel daar een andere klant aan. Hij sloeg hem met zijn vuisten en toen het slachtoffer weerloos op de grond lag schopte de verdachte meerdere keren richting en tegen zijn hoofd. Volgens de officier van justitie was er sprake van een poging tot doodslag omdat de verdachte met schoenen aan hard tegen het hoofd van het slachtoffer zou hebben getrapt. Uit de camerabeelden blijkt iets anders. De rechtbank ziet hierop dat het slachtoffer door de verdachte met zijn vuisten op het hoofd wordt geslagen. Nadat een toevallige voorbijganger – een politieagent die geen dienst had – tussenbeide is gekomen en het slachtoffer afschermt van het geweld van de verdachte, schopt de verdachte nog 3 keer met kracht in de richting van het hoofd van het slachtoffer en raakt hem 2 keer. Uit de beelden en een getuigenverklaring maakt de rechtbank echter op dat de verdachte op dat moment geen schoenen aan had. Daarom had de verdachte in juridische zin geen opzet op de dood van het slachtoffer en daarmee is geen sprake van een poging tot doodslag. Wel maakte de verdachte zich schuldig aan een poging tot zware mishandeling. Ook vernielde hij een aantal goederen in de winkel.

Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank er rekening mee dat de verdachte bewust de confrontatie met het slachtoffer is aangegaan en dat hij hierbij fors geweld heeft gebruikt. Bovendien waren veel anderen ongewild getuige van deze explosie van geweld, waaronder kinderen. Ook weegt mee dat de verdachte de schuld (deels) bij het slachtoffer blijft leggen omdat hij door hem zou zijn geduwd en uitgescholden, terwijl dit door geen van de getuigen is gezien of gehoord. En al was dat het geval, dan stond de agressie en het toegepaste geweld in geen enkele verhouding met het geven van een duw. Dat de verdachte spijt heeft betuigd, ziet de rechtbank vooral als functionele spijt. Hij lijkt zich niet oprecht te bekommeren om het slachtoffer, maar maakt vooral de indruk zich zorgen te maken over de gevolgen van deze strafzaak voor zijn eigen voetbalcarrière. 

Al met al vindt de rechtbank een deels onvoorwaardelijke celstraf op zijn plaats. Dit laatste is om de verdachte ervan te weerhouden dat hij opnieuw de fout in gaat. Daarnaast moet hij het slachtoffer een schadevergoeding betalen van ruim 1.600 euro.