Volgens het Openbaar Ministerie schoot de 29-jarige verdachte in juni 2018 op straat een man dood en zou hij 10 jaar cel moeten krijgen. De medeverdachte zou het slachtoffer vlak daarvoor hebben mishandeld en moet daarvoor volgens de officier van justitie 15 dagen de cel in.

De rechtbank concludeert dat het onderzoek naar de dodelijke schietpartij niet volledig is geweest. Zo moeten 2 getuigen worden gehoord over uitingen die zij deden in afgeluisterde gesprekken en in Encrochat-berichten. De officier van justitie legde die uitingen uit als belastend voor de 29-jarige verdachte en gebruikte deze in zijn bewijsconstructie. De getuigen zijn daarover echter nooit bevraagd.

Volgens de rechtbank onderbouwde de advocaat van de verdachte de noodzaak van het horen van deze getuigen en formuleerde zij concrete onderwerpen en vraagpunten waarover de getuigen zouden moeten worden bevraagd. De rechtbank sluit zich hierbij aan. Daarnaast vindt de rechtbank het noodzakelijk dat een derde getuige wordt gehoord over de inhoud van de opgenomen gesprekken en ook dat er nog enkele stukken worden toegevoegd aan het dossier. 

De rechtbank verwijst de strafzaak van de 29-jarige man nu naar de rechter-commissaris voor het oproepen en horen van de 3 getuigen. Hiervoor is nog geen datum gepland. Omdat de zaak van de 27-jarige verdachte nauw samenhangt met de zaak van de hoofdverdachte, worden beide strafzaken voor onbepaalde tijd aangehouden.

De rechtbank begrijpt dat deze beslissing in het bijzonder voor de nabestaanden van het slachtoffer teleurstellend zal zijn en dat dit uitstel de afsluiting en verwerking van een droevige periode doorkruist. Zorgvuldigheid en volledigheid van het onderzoek is echter in ieders belang, ook dat van de nabestaanden.