De rechtbank vindt dat er sprake is van poging tot doodslag. De verdachte heeft
zonder enige waarschuwing, doelgericht en op hoofdhoogte een keer met een
vuurwapen op het raam in de deur geschoten, terwijl hij wist dat op de overloop
twee agenten stonden. De kans was aanmerkelijk dat de agenten daarbij dodelijk
geraakt zouden worden. De rechtbank spreekt de man vrij van poging tot moord.
Het kan kort gezegd niet worden uitgesloten dat de man uiteindelijk in paniek
besloot te schieten toen de agenten dreigden zijn kamer binnen te komen.
Bij de strafbepaling heeft de rechtbank er onder meer rekening mee gehouden
dat de verdachte met zijn handelen welbewust een groot en zelfs levensbedreigend
gevaar veroorzaakte voor de agenten. Zo’n delict zorgt voor veel onrust en
gevoelens van onveiligheid in het algemeen en bij politiemensen in het
bijzonder. Met zijn gedrag heeft de verdachte een grote impact gehad op de
slachtoffers. Daarnaast weegt de rechtbank in het voordeel van de man mee dat
hij door deskundigen als sterk verminderd toerekeningsvatbaar wordt beschouwd.
Bij de man is sprake van een ziekelijke stoornis of gebrekkige ontwikkeling van
de geestvermogens. Ook geven de deskundigen aan dat er een groot risico op
herhaling is in stressvolle situaties.
De rechtbank legt de man naast de celstraf terbeschikkingstelling met
voorwaarden op ter beveiliging van de maatschappij. Hij moet zich onder meer
klinisch laten opnemen in een forensisch psychiatrische kliniek. Ook is de man
verplicht zich te houden aan een scala aan toezichtsmaatregelen door de
reclassering. De rechtbank heeft de man daarnaast veroordeeld tot het betalen
van een schadevergoeding, hij moet beide agenten 1.500 euro betalen.