Beide slachtoffers hebben een functie in de publieke dienst en verdienen daarom in het bijzonder bescherming. Anders dan de advocaat van de verdachte meent, hoeven zij niet te beschikken over ‘een dikkere huid’. Het gedrag van de verdachte is laakbaar en niet te tolereren. Wel weegt de rechtbank in enigszins strafmatigende zin mee dat hij werd belast door een aantal voor hem frustrerende en ontregelende zaken, met name rondom zijn financiële situatie. De rechtbank legt een deel van de taakstraf voorwaardelijk op om de verdachte ervan te weerhouden dat hij opnieuw de fout ingaat.