De brand ontstond toen een houten paneel aan de schoolgevel vlam vatte door smeulende afvalresten die eronder lagen. Het vuur kroop vervolgens omhoog, sloeg naar binnen en verspreidde zich verder in de school. Bij de smeulresten werd een lucifer met daarop een DNA-profiel van de verdachte gevonden. De verdachte verklaarde dat hij die avond spelenderwijs een brandende lucifer in een openstaande kliko heeft geschoten. Toen de verdacht zag dat er rook uit de bak kwam, kiepte hij die om zodat het afval eruit viel. Volgens de verdachte heeft hij het rokende afval proberen uit te stampen en zodra hij geen rook meer zag, is hij vertrokken.

De rechtbank stelt vast dat de brand in de school ontstond door de lucifer die de verdachte in de kliko schoot. De verdachte heeft er niet alles aan gedaan om de brand te voorkomen. Hij gooide de bak zonder nadenken leeg bij een houten paneel, terwijl hij dit evengoed elders op het schoolplein had kunnen doen. Vervolgens verliet hij het schoolplein zonder zich er voldoende van te hebben verzekerd dat het vuurtje in het afval daadwerkelijk helemaal uit was. De rechtbank oordeelt dat het daarom aan zijn schuld te wijten is dat de school vrijwel volledig afbrandde.

Door de aanmerkelijke onvoorzichtigheid van de verdachte ontstond er grote materiële schade. De brandweer was met groot materieel ter plekke, maar kon niet voorkomen dat de basisschool vrijwel geheel werd verwoest door de brand. Daarnaast had de brand ook grote gevolgen voor de leerlingen en de docenten. Het was voor die betrokkenen zeer schokkend en verdrietig om te moeten constateren dat hun zo vertrouwde school er niet meer was.

Volgens deskundigen kampt de verdachte met psychische klachten, is hij kort opgenomen geweest op een crisisafdeling en staat hij nu onder behandeling van de GGzE. Hij accepteert de aangeboden hulpverlening en werkt hieraan mee. De rechtbank houdt hier rekening mee bij het bepalen van de straf. Ook weegt mee dat het incident dateert van ruim 2,5 jaar geleden en dat hij een positieve proceshouding had. Hoewel de verdachte tegenover de politie aanvankelijk alles ontkende, heeft hij later uitgebreid verklaard over wat er die nacht is gebeurd. Ook realiseert hij zich de grote ernst van het delict en de impact die de brand destijds heeft gehad op de omgeving. De rechtbank legt de verdachte daarom geen celstraf op, maar vindt in dit geval een taakstraf van 120 uur op z’n plaats.