De verdachte plaatste in april vorig jaar advertenties op sekswebsites met daarop foto's en teksten van de 13-jarige dochter van zijn ex-vriendin. Hij deed het voorkomen alsof het meisje zich aanbood voor seksuele handelingen. Verder nam hij de accounts van het meisje op Facebook en Instagram over. Volgens de verdachte deed hij dit omdat hij kwaad was op de moeder van het slachtoffer die de relatie met hem had verbroken. In januari 2017 bedreigde hij zijn ex-vriendin. Hij appte haar een dreigende tekst en maakte gebruik van een profielfoto waarop een meisje met een bloedende schotwond in het hoofd te zien was. Eerder die maand maakte de verdachte zich schuldig aan erfvredebreuk. Hij ging de besloten achtertuin van een woning van een minderjarig meisje in om daar bloemen en chocolade voor haar neer te leggen. Daarnaast had de verdachte kinderporno in zijn bezit.
Voor een ander feit ontslaat de rechtbank de verdachte van alle rechtsvervolging. Vast is komen te staan dat een 13-jarig meisje naaktfoto's van zichzelf heeft gemaakt en deze naar de verdachte heeft gestuurd. Volgens de officier van justitie maakte de verdachte zich daarmee schuldig aan ontucht. Om het bewezenverklaarde juridisch te kunnen kwalificeren als dit ten laste gelegde strafbare feit, moet de rechtbank niet alleen vaststellen dat er ontuchtige handelingen zijn verricht, maar moet de rechtbank ook kunnen vaststellen dat sprake is geweest van relevante interactie tussen de verdachte en het meisje. Dit was volgens de rechtbank niet het geval, zodat het feit niet kan worden gekwalificeerd.