De burgemeester van Helmond verleende in november 2013 een vergunning van vijf jaar voor een terras bij de ijssalon. De buurman ondervond overlast van de onderneming en stapte daarom naar de rechter. Bovendien verzocht hij de rechter om de vergunning te schorsen, zodat het terras in afwachting van zijn beroep gesloten zou blijven. De voorzieningenrechter ging daar in mei vorig jaar in mee. Volgens de voorzieningenrechter had de burgemeester onvoldoende onderzocht of het terras tot meer hinder zou leiden voor de buurman en daarom werd de vergunning tijdelijk geschorst.
 
De burgemeester liet daarop onderzoeken of er mogelijk toename van overlast zou kunnen ontstaan. De buurman vreesde voor meer fietsen en auto’s voor zijn deur, bezoekers die op zijn muurtje in de voortuin gaan zitten en spelende en schreeuwende kinderen. De eigenaar van de ijssalon stelde dat de uitbreiding met een terras niet tot meer overlast voor de buurman zou leiden. Dit wordt ondersteund door het onderzoek van de burgemeester. De rechtbank oordeelt dat de burgemeester de vergunning mocht verstrekken, omdat het niet aannemelijk is dat de ijssalon met terras tot veel meer overlast voor de buurman zal leiden dan de huidige situatie. Daarbij houdt de rechtbank er rekening mee dat de eigenaren van de ijssalon er op grond van de exploitatievergunning voor moeten zorgen dat omwonenden geen hinder en/of overlast van de ijssalon ondervinden.