De 33-jarige man sloeg tussen juli en september 2017 in totaal toe bij 7 verschillende bedrijven in onder meer Son en Breugel, Nuenen, Oisterwijk, Schijndel en Someren. Zijn mededaders waren betrokken bij 4 inbraken en 3 ramkraken. Volgens de rechtbank werkten ze in een georganiseerd verband en was er sprake van een criminele organisatie. Van die organisatie maakten ook de twee helers deel uit. De 31-jarige man onderhield de contacten met de 33-jarige man en nam de gestolen goederen, meestal elektrisch gereedschap, van hem af. Vanuit de woning van de 59-jarige man werden de gestolen goederen vervolgens verkocht. In deze woning werd bovendien een geladen pistool aangetroffen.

De rechtbank rekent de verdachten het georganiseerde karakter en de hoeveelheid zaken zwaar aan. De benadeelden is veel schade en overlast toegebracht. De rechtbank vindt lange celstraffen op zijn plaats. Omdat de redelijke termijn is overschreden waarbinnen het Openbaar Ministerie de zaken hadden moeten behandelen, krijgen de verdachten een zogeheten strafkorting. Desondanks vallen de straffen van de inbrekers fors hoger uit dan de eisen van de officier van justitie. Bovendien koppelt de rechtbank aan het voorwaardelijke strafdeel van de 22-jarige verdachte een aantal bijzondere voorwaarden. Hij krijgt een meldplicht bij de jeugdreclassering, moet in een zorginstelling verblijven en meewerken aan bewindvoering.