De 3 verdachten drongen op 7 juli vorig jaar in de vroege ochtend een woning in Schijndel binnen. De bewoonster werd overvallen terwijl zij op het toilet zat. De verdachten sleurden haar van het toilet en rukten haar sieraden van haar hals en pols. Daarbij bedreigden ze de vrouw met vuurwapens en sloegen dat wapen tegen haar hoofd. Daarna bonden ze haar met tie wraps vast aan een keukenstoel. De verdachten doorzochten de woning en namen onder meer de sieraden, geld en een mobiele telefoon mee. Vervolgens stapten ze in een auto en gingen ervandoor. De politie zag de vluchtauto kort daarop op de A50 rijden, maar verloor het voertuig na een korte achtervolging uit het oog. De auto werd niet veel later aangetroffen in Grave. In de auto lag een deel van de buit, een zwarte handschoen en een gedeelte van een verpakking van tie wraps. Een paar dagen later trof de politie langs de A50 nog meer goederen aan die bij de overval waren gebruikt. Het ging onder meer om 2 vuurwapens, een bivakmuts, handschoenen en tie wraps. Het dna van 2 van de verdachten werd op deze spullen gevonden. Volgens de rechtbank is er voldoende bewijs dat ook de derde verdachte bij de overval betrokken was.

De verdachten maakten zich schuldig aan een gewelddadige woningoverval. Voor het slachtoffer was dit een bijzonder traumatische ervaring. Ze kampt met herbelevingen en met gevoelens van stress, verdriet, angst en radeloosheid. De verdachten hielden hier geen rekening mee toen zij besloten op een gewelddadige manier snel aan geld te willen komen. De rechtbank heeft bij het bepalen van de straf gekeken naar vergelijkbare zaken. Het uitgangspunt is hierbij een celstraf van 3 jaar. De rechtbank legt hogere straffen op omdat het slachtoffer is bedreigd met een vuurwapen dat - terwijl het op haar gericht was - werd doorgeladen. Bovendien werden er ernstige bedreigingen geuit. Zo is onder meer gezegd dat de vingers van het slachtoffer zouden worden afgesneden wanneer zij haar ringen niet af zou krijgen. De 21-jarige man pleegde de overval bovendien in de proeftijd van een eerdere veroordeling en is kennelijk niet bereid zijn criminele gedrag te veranderen. Hij krijgt daarom een hogere straf dan de andere verdachten.

Naast de celstraf moeten de verdachten de vrouw de gevraagde schadevergoeding betalen van 8.625 euro.