De politie trof in augustus 2020 op een bedrijfsterrein in Montfoort een drugslab aan in 6 geschakelde zeecontainers die waren bedekt met puin en zand. De verborgen locatie lag op het terrein van de bedrijven van de 60-jarige verdachte. Volgens de rechtbank stelde deze man willens en wetens de locatie ter beschikking voor drugsproductie. Bovendien hielp hij met het opzetten, inrichten en verbergen van het lab. Er is geen bewijs dat deze verdachte een rol had bij de daadwerkelijke productie. Voor zijn belangrijke, faciliterende rol krijgt de man een celstraf van 3 jaar.

De Zaandammer hield zich tussen april en augustus 2020 als laborant bezig met de voorbereiding van grootschalige drugsproductie. Ook heeft hij samen met de 51-jarige man uit Hoorn crystal meth geproduceerd in het lab. Verder hielp hij mee met het opzetten en inrichten van het lab. Voor zijn coördinerende rol krijgt hij een celstraf van 5 jaar. Bovendien is deze verdachte eerder veroordeeld voor soortgelijke drugsdelicten. Hij moet daarom ook nog een eerder voorwaardelijk opgelegde celstraf van 1 jaar uitzitten.

De verdachte uit Hoorn was dagenlang aanwezig in het lab en hield zich daar samen met de Zaandammer bezig met het produceren van cystal meth. Hij had weliswaar een ondergeschikte rol in het geheel, maar dit neemt niet weg dat hij betrokken was bij het omvangrijke, professionele en operationele drugslab. Hij krijgt een celstraf van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk. Aan die voorwaardelijke straf koppelt de rechtbank als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering en een ambulante behandeling bij de GGZ.

Bij het bepalen van de straffen hield de rechtbank er verder onder meer rekening mee dat voor de productie van crystal meth gebruikgemaakt wordt van chemische grondstoffen die bijzonder schadelijk zijn voor de volksgezondheid en het milieu. Bij het ondeskundig opslaan en bewerken van dergelijke chemicaliën is er gevaar op ontploffing. Het productieproces levert bovendien grote hoeveelheden schadelijke afvalstoffen op die, zo leert de praktijk, illegaal in onder andere natuurgebieden worden gedumpt. Dit veroorzaakt grote fysieke schade aan de natuur en materiële schade door de aanzienlijke kosten die gemaakt moeten worden voor het opruimen van het afval.