De verdachten menen nog steeds dat zij geen strafbare dingen hebben gedaan en dus geen verantwoording hoeven af te leggen. Zij vinden dat ze hun totale vermogen eerlijk hebben verdiend. Dit getuigt volgens de rechtbank van een gebrek aan realiteitszin. De verdachten hebben de werkelijkheid geweld aangedaan door steeds nieuwe verhaallijnen te introduceren en te goochelen met documenten. De rechtbank rekent dit de verdachten zwaar aan.
De rechtbank heeft vanwege de lange duur van het proces, de straf enigszins gematigd. In 2022 behandelt de rechtbank de vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel.