Anders dan de officier van justitie stelt, kan de rechtbank op basis van het strafdossier niet vaststellen dat de man uit Venlo de leider van de criminele organisatie was. Hij functioneerde meer als een soort meewerkend voorman; de verdachte was immers op verschillende productielocaties aanwezig, gaf adviezen en tips en stond daarmee vooral de man uit Eersel met raad en daad terzijde. Die laatste verdachte was niet alleen laborant, maar regelde ook locaties en hardware en was bij alle locaties betrokken. De man uit Deurne had een zeer actieve, maar vooral ondersteunende rol in het geheel. Daarbij gebruikte hij zijn bedrijf als dekmantel en stelde zijn bedrijfsbus beschikbaar voor het vervoeren van drugs, grondstoffen en hardware.
De man uit Deurne had bovendien een verboden vuurwapen in bezit. Zijn medeverdachten maakten zich schuldig aan witwassen van grote sommen crimineel geld en voertuigen.