Vader en zoon waren mede verantwoordelijk voor de organisatie van de labs in Sint-Oedenrode, Dinteloord en Heerlen waar begin 2021 harddrugs werden geproduceerd. Zij hadden een sturende rol. Naast een celstraf krijgen zij ieder een geldboete van 103.000 euro.

Een 47-jarige Eindhovenaar en een man uit Steenbergen (42 jaar) namen beslissingen over de verdeling van de winst, regelden grondstoffen en hardware, betaalden de koks en eigenaren en verrichtten de algemene organisatie rondom één van de labs. De man uit Eindhoven krijgt vier jaar cel en een geldboete van 50.000 euro, de man uit Steenbergen krijgt vijfenhalf jaar cel en eenzelfde geldboete.

De productie in de labs werd voornamelijk gedraaid door mannen uit Almelo (43 jaar), Waalre (42) en iemand zonder vaste woon- of verblijfplaats (44). Zij waren steeds in één of meer van de labs aanwezig en fungeerden als koks. De man uit Almelo krijgt één jaar cel, de andere mannen krijgen ieder drie jaar cel voor hun aandeel. Ze moeten ook alle drie een geldboete betalen van 25.000 euro.

Een zestigjarige man uit Beers werkte als chauffeur voor de organisatie. Hij bracht grondstoffen naar het lab in Dinteloord voor de productie en haalde geproduceerde amfetamineolie op. De rechtbank legt hem vijf jaar cel op en een geldboete van 50.000 euro.

Een 55-jarige man uit Dinteloord stelde zijn ruimte beschikbaar om een drugslab in te vestigen. Ook verrichte hij hand- en spandiensten voor de productie van harddrugs. Hij krijgt tweeënhalf jaar cel en een geldboete van 25.000 euro.

Volgens de officier van justitie vervulde ook een man uit Sint-Oedenrode zo'n rol. Omdat zijn strafzaak eerder was afgedaan met een zogeheten sepot, en er geen nieuwe bezwaren naar voren zijn gebracht door het Openbaar Ministerie (OM), verklaart de rechtbank het OM niet-ontvankelijk in de vervolging van deze verdachte. Iemand kan namelijk niet twee keer voor dezelfde feiten worden vervolgd.

Twee andere mannen die werden verdacht van betrokkenheid bij de criminele organisatie worden door de rechtbank vrijgesproken. Er kan niet met voldoende zekerheid worden vastgesteld dat zij de gebruikers waren van accounts die opdoken in dit onderzoek.

De rechtbank heeft de veroordeling voor een belangrijk deel gebaseerd op bewijs afkomstig uit zogeheten ANØM-cryptotelefoons. De verweren dat dit bewijs niet kan worden gebruikt omdat het onrechtmatig is verkregen, heeft de rechtbank verworpen. De rechtbank oordeelt dat in deze zaak, gezien de feiten en omstandigheden, geen beschermenswaardige aspecten van het recht op privacy zijn geraakt door de onderschepping en (verdere) verwerking van ANØM-gegevens en dat het recht op een eerlijk proces daarom ook niet in het geding is.