De chauffeur loste 23 koeien en liep vervolgens zijn vrachtwagencombinatie in om nog één stier te lossen. Nadat hij een schot in de trailer opende, viel de stier hem meermaals aan met zijn hoorns. Het slachtoffer kwam daardoor om het leven.

Volgens het transportbedrijf was er sprake van een noodlottig ongeval dat zij niet hadden kunnen voorzien. Uit verklaringen van deskundigen blijkt echter dat stieren levensgevaarlijk kunnen zijn, alleen al door hun gewicht (tussen de 750 en 1.500 kilo). Verder kan niets een stier tegenhouden, zijn ze onbetrouwbaar en kan hun gedrag ineens omslaan. Het gevaar van het werken met (gehoornde) stieren was dan ook algemeen bekend binnen de veetransportbranche.

Het transportbedrijf was verantwoordelijk voor de veiligheid van haar werknemers. Het bedrijf voldeed onvoldoende aan haar zorgplicht en liet na de nodige veiligheidsmaatregelen te treffen om ongevallen te voorkomen. Het bedrijf heeft de gevaren en risico's van het werken met (gehoornde) stieren en de te nemen veiligheidsmaatregelen niet in kaart gebracht. Hierdoor werden medewerkers hierover onvoldoende ingelicht. Het bedrijf legde de verantwoordelijkheid voor het veilig werken onterecht geheel bij haar werknemers.

De vrachtwagen waarin het slachtoffer reed, vereiste dat de chauffeur de trailer in ging en handmatig een ijzeren pin van het schot lostrok waar de stier achter stond. Hierdoor ontstond een zeer gevaarlijke situatie. Zoals helaas bij het ongeval is gebleken, was de veiligheid van de medewerker, vanaf het moment dat het schot open was, op geen enkele wijze meer te waarborgen. Het transportbedrijf had een alternatieve en veilige werkwijze moeten realiseren en de chauffeurs op die werkwijze moeten (blijven) wijzen. Van een onvoorzienbaar ongeval is dan ook geen sprake.

De rechtbank realiseert zich dat onherstelbaar leed aan de nabestaanden is toebracht en dat een strafoplegging, in welke vorm of omvang dan ook, dit leed niet ongedaan kan maken. Omdat de verdachte een bedrijf is, is de rechtbank beperkt tot het opleggen van een geldboete. De verdediging verzocht daarbij rekening te houden met de financiële gevolgen van een stillegging van het bedrijf in 2023. De rechtbank ziet hiertoe echter geen aanleiding omdat de stillegging geen gevolg was van het betreffende arbeidsongeval.

Al met al legt de rechtbank een geldboete op van 100.000 euro, waarvan 25.000 euro voorwaardelijk, om herhaling te voorkomen.