De Turkse mededingingsautoriteit heeft in 2009 na onderzoek besloten dat er geen bewijs is van enige inbreuk op het mededingingsrecht in Turkije. Er is geen beroep aangetekend tegen dat besluit en de verjaringstermijn voor het instellen van beroep is verstreken, zodat het besluit definitief is. Omdat de Turkse mededingingsautoriteit geen inbreuk heeft vastgesteld, kreeg Vestel van het Turkse Gerechtshof in haar arrest van 14 december 2020 nul op het rekest. Tegen dat arrest staat geen beroepsmogelijkheid meer open. Dat betekent dat er een onherroepelijk eindoordeel van een buitenlandse rechter ligt tussen dezelfde partijen over hetzelfde geschil. De Nederlandse rechtbank erkent dit oordeel en verklaart Vestel dan ook niet-ontvankelijk in haar vorderingen tegen onder meer Samsung, LG en Technicolor.
Twee partijen (TTD en TDP) waarvan de advocaat zich kort na aanvang van de procedure heeft onttrokken, worden wél veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding. Deze partijen voerden onvoldoende verweer tegen de vorderingen van Vestel. Zij moeten in totaal een bedrag van 684,4 miljoen euro, verminderd met het aandeel in die schadevergoeding van bedrijven waarmee Vestel al een schikking trof, overmaken naar de Turkse fabrikant.