Laden...

Tweeling vrijgesproken van poging tot doodslag na festival in Lieshout

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Oost-Brabant > Nieuws > Tweeling vrijgesproken van poging tot doodslag na festival in Lieshout
's-Hertogenbosch, 04 februari 2015

De rechtbank heeft een tweeling uit Beek en Donk (30 jaar) vrijgesproken van een poging tot doodslag. Het Openbaar Ministerie verdacht de broers ervan dat zij in september vorig jaar na een festival in Lieshout een man wilden doden door hem tegen zijn hoofd te schoppen.

Het incident vond kort na middernacht plaats op het terrein van een festival. Het slachtoffer liep met een vriend richting de uitgang, terwijl de broers met twee vriendinnen in een auto via diezelfde route het terrein wilden verlaten. Eén van de broers stapte net voorbij het slachtoffer uit en gaf hem een duw, waardoor de man in een maisveld viel. Daarop ontstond een vechtpartij waarbij volgens de officier van justitie sprake was van poging tot doodslag. Verklaringen van het slachtoffer en getuigen zouden dit ondersteunen.

Het valt de rechtbank echter op, dat geen enkele verklaring in het dossier op cruciale punten overeenkomt met één van de andere verklaringen. Verder hebben het slachtoffer en de getuigen op essentiële details bij de politie anders verklaard dan dat zij later bij de rechter-commissaris hebben gedaan. Volgens verschillende verklaringen zouden de verdachten tegen het hoofd van het slachtoffer hebben geschopt of daar zelfs op hebben staan springen. De rechtbank stelt vast dat zowel het ambulancepersoneel, de hulpverleners in het ziekenhuis als de politie niet hebben aangegeven dat er sprake was van enig hoofdletsel. De rechtbank acht deze verklaringen daarom onbetrouwbaar en omdat er daardoor onvoldoende bewijs overblijft, wordt de tweeling vrijgesproken.

De broers verklaarden dat degene die van hen de duw aan het slachtoffer gaf, door een vriendin werd weggetrokken en tegengehouden. Inmiddels was de andere verdachte ook uitgestapt om zijn broer weg te halen. Naar eigen zeggen werd hij toen door het slachtoffer tegen zijn kaak getrapt, waarna een vechtpartij tussen hen ontstond waarbij over en weer werd geslagen. Het slachtoffer had een gebroken arm. De rechtbank kan uit het dossier niet opmaken of dat letsel is ontstaan door schoppen of trappen van de verdachten. Het is niet uit te sluiten dat de breuk het gevolg is van bijvoorbeeld een ongelukkige val. De rechtbank spreekt de mannen daarom ook vrij van het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel, waarmee ze zijn vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten.

Uitspraken