De verdachte reed in een Motorrijtuig Met Beperkte Snelheid (MMBS) dat bestemd is voor het uitvoeren van specifieke werkzaamheden. Dit voertuig moet zijn aangepast zodat het maximaal 25 kilometer per uur kan rijden. Ook heeft de bestuurder van zo’n voertuig geen rijbewijs nodig. De verdachte raakte op een t-splitsing in Overlangel een fietser die van rechts kwam. De fietser kwam hierdoor ten val, raakte zwaargewond en overleed 2 weken later in het ziekenhuis aan zijn verwondingen.

Uit politieonderzoek is gebleken dat er geen begrenzing op het voertuig van de verdachte aanwezig was en dat hij ten minste 62 km/h reed. De verdachte had op dat moment geen rijbewijs en reed dus met een snelheid waarvoor hij geen rijbevoegdheid had. Bovendien verleende de verdachte geen voorrang aan de fietser die van rechts kwam. Volgens de rechtbank maakt dit alles dat de verdachte in aanmerkelijke mate verwijtbaar onvoorzichtig heeft gehandeld. De verdachte is schuldig aan deze verkeersovertreding en de rechtbank vindt hem daarvoor strafbaar.

Het fatale ongeval is aan de schuld van de verdachte te wijten. Hij heeft de nabestaanden onomkeerbaar leed aangedaan. Door zijn handelen is de fietser overleden. Daar houdt de rechtbank rekening mee bij  het bepalen van de straf. De rechtbank weegt ook mee dat hij deze gevolgen nooit heeft gewild. Tijdens de zitting bleek overduidelijk dat de verdachte zichtbaar gebukt gaat onder de noodlottige gevolgen van de aanrijding. De rechtbank kijkt verder naar wat in soortgelijke gevallen doorgaans aan straf wordt opgelegd. Volgens de rechtbank is een maximale taakstraf en een rijontzegging van 12 maanden op z’n plaats. Een deel van de rijontzegging (9 maanden) legt de rechtbank voorwaardelijk op om te voorkomen dat de verdachte opnieuw in de fout gaat.