Laden...

Vader en zoon cel in voor drugslab in Beek en Donk

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Oost-Brabant > Nieuws > Vader en zoon cel in voor drugslab in Beek en Donk
's-Hertogenbosch, 25 augustus 2017

De rechtbank Oost-Brabant heeft een 52-jarige man uit Eindhoven veroordeeld tot een gevangenisstraf van 48 maanden. Zijn 23-jarige zoon krijgt 30 maanden celstraf, waarvan 12 maanden voorwaardelijk. De mannen maakten amfetamine in een drugslab en troffen voorbereidingen daartoe. Een andere zoon (20 jaar) is vrijgesproken van betrokkenheid.

De politie trof de vader in februari van dit jaar aan bij een loods in Beek en Donk. Op het terrein waren vele jerrycans met chemische stoffen en veel laboratoriumapparatuur aanwezig. Ook in een garage in Eindhoven die de vader huurde, werden grondstoffen gevonden voor het maken van harddrugs.

De vader en zijn zoon verklaarden dat zij alleen bezig zijn geweest met het inrichten van een zaak voor de verkoop van tweedehands goederen en dat zij niets wisten van het drugslab, de apparatuur en de chemische stoffen. De rechtbank acht deze verklaring niet aannemelijk. In de loods waren namelijk geen tweedehands goederen aanwezig. Wel stonden er verspreid over het terrein voor iedereen zichtbaar grondstoffen en de apparatuur voor de productie van amfetamine. Bovendien zijn op verschillende goederen die in en bij de loods lagen, DNA-sporen van de vader en zijn zoon gevonden. Het gaat hier om sporendragers die direct gerelateerd kunnen worden aan de drugsproductie.

De rechtbank oordeelt dat er sprake is van het medeplegen van de productie van amfetamine en voorbereidingen daarvan. Anders dan de officier van justitie acht de rechtbank niet bewezen dat de verdachten de strafbare voorbereidingshandelingen vóór januari 2017 hebben gepleegd. De rechtbank gaat dan ook uit van een kortere pleegperiode. Omdat er van de 20-jarige verdachte geen sporen zijn aangetroffen die een directe relatie hebben met de drugsproductie en omdat er geen bewijs is dat hij zich bewust was wat er zich op het terrein afspeelde, wordt hij vrijgesproken. Daarbij weegt mee dat de zoon zwakbegaafd is.

Brand- en ontploffingsgevaar

De rechtbank legt de vader een zwaardere straf op dan zijn zoon, omdat hij een groter aandeel had in de productie van amfetamine en in de voorbereidingen daarvan. Verder weegt voor beide mannen mee dat de opslag van chemicaliën en de productie van synthetische drugs onder meer brandgevaar en ontploffingsgevaar met zich meebrengen. Ook leidt de veel voorkomende illegale lozing van de afvalstoffen tot ernstige milieuverontreiniging. Ten slotte overweegt de rechtbank dat de handel in drugs gepaard gaat met andere, ernstige vormen van criminaliteit. Dat heeft te maken met de enorme bedragen die met de productie van drugs kunnen worden verdiend. Ook de straatwaarde van de hoeveelheden drugs die kunnen worden geproduceerd met de binnen dit onderzoek aangetroffen grondstoffen en productiemiddelen is zeer groot. De verdachten lieten zich willens en wetens met dergelijke criminele activiteiten in.

Zowel de vader als de zoon moet nog een eerder voorwaardelijk opgelegde celstraf uitzitten. Dit gaat om respectievelijk 23 dagen en 2 weken.

Uitspraak