De man stichtte op 20 maart jl. brand in zijn woning met het doel zijn dochters en zichzelf van het leven te beroven. Hij had daartoe ’s nachts in de woning vuurhaarden klaargezet. Het huis was hermetisch afgesloten en de vuurhaarden bevonden zich op strategische plaatsen in het huis. Toen het huis eenmaal in brand stond en beide dochters via een raam uit het huis probeerden te springen, hield hij hen tegen. Uiteindelijk zijn de meisjes via een raam op de eerste verdieping naar buiten gesprongen. Daarbij liep een buurman verwondingen op. Ook een politieagent die een andere buurman uit zijn huis haalde, raakte gewond.
Strafrechtelijk gezien gaat het hier om een schokkend, buitengewoon ernstig feit: een poging tot moord op twee jonge kinderen door brandstichting. Het is uitsluitend aan het koelbloedig optreden van de oudste dochter te danken dat de kinderen en ook de verdachte zelf ternauwernood aan de vuurzee konden ontkomen. De dochter had de tegenwoordigheid van geest haar vader knock out te slaan en een neergelaten rolluik kapot te maken, waarna beide kinderen uiteindelijk via een raam op de eerste verdieping naar buiten konden springen.
De verdachte heeft van meet af aan verklaard veel spijt te hebben van wat hij heeft gedaan. Hij is onderzocht door een psycholoog en een psychiater en uit hun rapportages komt naar voren dat de man na zijn uitzending als militair in Bosnië een post traumatische stress stoornis (PTSS) heeft opgelopen. Volgens de deskundigen zijn er op dit moment nog restsymptomen van deze PTSS aanwezig en heeft hij een persoonlijkheidsstoornis. Dat maakt dat hij verminderd toerekeningsvatbaar is.