Volgens deskundigen is er bij de verdachte sprake van een posttraumatische stressstoornis, een matig depressieve stoornis en een waanstoornis. Omdat de verdachte zich van het verwurgen niets meer zegt te herinneren, kunnen de deskundige niet aangeven of hij verminderd of geheel ontoerekeningsvatbaar was. Ook kunnen zij niet inschatten of er een grote kans is op herhaling. Wel stellen zij vast dat er veel beschermende factoren aanwezig zijn die invloed hebben op de kans op herhaling.
De rechtbank beschouwt de verdachte als verminderd toerekeningsvatbaar en vindt dat er een grote kans op herhaling is. De verdachte vertoonde in een toestand van emotionele ontregeling zeer onvoorspelbaar, agressief gedrag en probeerde zijn jonge kinderen om het leven te brengen omdat hij dacht dat zijn echtgenote vreemdging en hij haar daarvoor wilde straffen. De beschermende factoren die de deskundigen hebben benoemd, waren ook al aanwezig toen hij zijn zoontjes probeerde te verwurgen.
De rechtbank vindt dan ook dat er een onacceptabel grote kans op herhaling is als de verdachte zonder behandeling terugkeert in de maatschappij. Daarbij wijst de rechtbank op gesprekken vanuit de gevangenis waarin de verdachte aangeeft dat hij zijn partner wil doden als hij vrijkomt. Het is noodzakelijk dat de verdachte - naast een celstraf van 8 jaar - tbs met dwangverpleging krijgt. Ook moet hij zijn echtgenote en hun zoontjes schadevergoedingen betalen van in totaal ruim 40.000 euro.