In dit geval is op basis van de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) sprake van een bestaande overbelaste situatie. Een kritische blik van het college was dan ook op zijn plaats geweest. Het college heeft de bestaande overbelaste situatie op basis van de Wgv onvoldoende betrokken in de beoordeling, oordeelt de rechtbank. Nu een beoordeling van een totale geurbelasting wel mogelijk is, had het college beter moeten motiveren waarom is volstaan met een afzonderlijke beoordeling van de geur van de stal en die van de mestverwerking. De rechtbank geeft het college 3 maanden de tijd om onder meer te beoordelen of de totale geuremissie aanvaardbaar is. Omdat op dit moment niet duidelijk is of deze situatie aanvaardbaar is, treft de rechtbank een voorlopige voorziening. Het bedrijf mag de mestverwerkingsinstallatie tot de einduitspraak niet bouwen of in gebruik hebben.