De rundveehouder werkt met een zogeheten emissiearm stalsysteem A.1.13 dat door veel andere rundveehouderijbedrijven in Nederland wordt gebruikt. Hierbij is de vloer van de stal een rooster met rubberen inzetstukken die de urine van koeien afvoeren zodat deze zich niet vermengt met de vaste mest. De vloeren worden bovendien schoongehouden door een automatische mestschuif (minimaal één keer per 1,5 uur). Hierdoor moet de uitstoot van ammoniak worden beperkt.
De natuurvereniging wijst op twijfels in meerdere algemene onderzoeken over prestaties van emissiearme stalsystemen. Volgens de vereniging mocht de provincie daarom bij het verlenen van de vergunning helemaal niet uitgaan van de emissiefactor in de Regeling ammoniak en veehouderij (Rav), die door de Minister van Landbouw, Natuur & Voedselkwaliteit wordt opgesteld. De huidige factor is 6 kilo ammoniak per dierplaats per jaar. Die factor klopt volgens de natuurvereniging niet en dan is ook niet zeker dat de totale ammoniakemissie van de veehouderij zal dalen. Als de ammoniakemissie van de veehouderij omhoog gaat, dan komt er een hogere depositie op een nabijgelegen Natura 2000-gebied en is een aantasting van de natuur niet uitgesloten, volgens de natuurvereniging.
Volgens de provincie is de Rav-factor de best beschikbare wetenschappelijke kennis op dit moment en is op basis daarvan berekend dat de uitstoot van ammoniak niet zal toenemen, ondanks de verhoging van het aantal dieren.