Bij het bepalen van de straf kijkt de rechtbank naar de oriëntatiepunten voor straffen die de rechtbanken onderling hebben vastgesteld. Voor seksuele uitbuiting bestaan verschillende gradaties. De rechtbank ziet dat deze zaak trekken heeft van zowel categorie twee (uitgangspunt veertien maanden cel) als categorie drie (uitgangspunt dertig maanden cel). Zo kon het slachtoffer geen klanten weigeren of zelf besluiten welke handelingen bij de klanten werden verricht, maar was er ook sprake van het gebruik van licht geweld, een loverboy-zaak en van inbreuk op de grondrechten en autonomie van de vrouw.
Al met al komt de rechtbank tot een celstraf van twee jaar, waarvan een half jaar voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. Tijdens deze proeftijd mag hij geen contact met het slachtoffer zoeken. Daarnaast legt de rechtbank een dergelijk contactverbod ook nog op als vrijheidsbeperkende maatregel voor de duur van vijf jaar.