De Nederlandse Spoorwegen (NS) kreeg in februari 2015 een openbaar vervoer concessie gegund waarmee het 15 jaar lang het openbaar vervoer in Limburg mocht verzorgen. Volgens het Openbaar Ministerie zou er echter zijn gefraudeerd tijdens de aanbesteding. Daarom bracht het OM de strafzaak tegen de NS en 6 andere verdachten op dinsdag 13 december voor de rechtbank.

Tijdens deze zogeheten regiezitting maakten de advocaten van de verdachten hun onderzoekswensen kenbaar aan de rechtbank. Daarbij werd onder meer verzocht om personen die eerder in het onderzoek zijn gehoord, nader te ondervragen bij de rechter-commissaris (die getuigenverhoren zijn achter gesloten deuren). Ook vroegen de advocaten diverse nieuwe getuigen op te roepen.
De rechtbank wijst de verzoeken tot het horen van 13 getuigen toe. De verzoeken tot het horen van 6 andere getuigen wijst de rechtbank af. Een van de afgewezen getuigen betreft de minister van Financiën. De advocaat van een van de verdachten deed het verzoek om deze minister als getuige op te roepen, omdat hij een (bepalende) rol zou hebben gespeeld bij de start en/of het verloop van het strafrechtelijk onderzoek en de daarbij door het Openbaar Ministerie gemaakte keuzes. Daarnaast stelt de verdediging onder meer dat de minister druk uitoefende op de (top van de) NS om de concessie in Limburg binnen te halen.
De rechtbank oordeelt dat daarvan niet is gebleken en dat er geen goede gronden zijn om de minister als getuige te laten horen.

De verwachting is dat de zaak in oktober of november 2017 inhoudelijk kan worden behandeld.