De verdachte reed in september 2019 een kruising op in zijn woonplaats. Bij het linksaf slaan gaf hij geen voorrang aan een andere auto, waardoor een aanrijding ontstond. De andere auto kwam tegen een boom tot stilstand en raakte in brand. Door die brand kwam de bestuurder om het leven.

Het staat vast dat de verdachte voorrang had moeten verlenen aan de andere auto. Daarnaast blijkt uit onderzoek dat hij niet op de juiste wijze de kruising naderde en zijn snelheid onvoldoende minderde. Hierdoor had hij onvoldoende zicht op verkeer dat van links kwam. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat de verdachte ter plaatse bekend is en weet dat daar extra voorzichtigheid is geboden. Al met al maakte hij zich schuldig aan aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend rijgedrag.

Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank er rekening mee dat de verdachte een verkeersongeval veroorzaakte waarbij een ander is overleden. Het ongeval heeft ook verstrekkende gevolgen voor de nabestaanden die verder zullen moeten leven zonder hun dierbare. Het uitgangspunt voor een dergelijk delict is een taakstraf van 240 uur en 1 jaar rijontzegging. De rechtbank ziet aanleiding daarvan af te wijken, onder meer omdat de verdachte ook zelf door het ongeval is getroffen. Verder houdt de rechtbank enigszins rekening met de aanwijzingen dat het slachtoffer te hard reed.