De chauffeur verklaarde dat hij vlak voor de botsing vrij zicht had, in zijn spiegels keek maar het latere slachtoffer niet heeft gezien. Ook uit verklaringen van getuigen maakt de rechtbank op dat het slachtoffer er ‘ineens was’. Ze reed op haar elektrische fiets achter haar man met een zekere snelheid de kruising over. De rechtbank concludeert dat de vrachtwagenchauffeur het slachtoffer niet eerder had kunnen opmerken en dat er sprake is geweest van een kort moment van onoplettendheid. Volgens de rechtbank is daarmee niet voldaan aan het vereiste dat de chauffeur aanmerkelijk tekort is geschoten in hetgeen van hem als verkeersdeelnemer in dit concrete geval mocht worden verwacht. Daarom wordt hij vrijgesproken van het misdrijf van artikel 6 van de Wegenverkeerwet.
De rechtbank overweegt in haar vonnis dat het ongeval ernstige gevolgen had voor het slachtoffer en haar nabestaanden. In een schriftelijke verklaring heeft de echtgenoot van het slachtoffer op indrukwekkende wijze duidelijk gemaakt hoe het voor hem en zijn (klein)kinderen is om zonder zijn vrouw, hun moeder en oma verder te moeten leven. Maar ook de vrachtwagenchauffeur vindt het verschrikkelijk wat er is gebeurd en hij gaat zwaar gebukt onder de onomkeerbare gevolgen ervan. Hij volgde EMDR-therapie en staat nog steeds onder psychologische behandeling.
(De verwijzing naar de uitspraak volgt zo spoedig mogelijk.)