Het is aan de rechtbank te bepalen of de verdachte in juridische zin schuld heeft aan het verkeersongeval. Volgens de verdachte deed hij die ochtend vóór zijn vertrek een visuele controle aan zijn vrachtwagen. Hij zou daarbij de banden en de wielmoeren hebben bekeken en niets bijzonders hebben gezien. Uit onderzoek blijkt echter dat op de velg van één van de losgeraakte wielen roestsporen zichtbaar waren ter hoogte van verschillende wielmoeren. Deze roestsporen zijn een indicatie voor loslopende wielmoeren, wat de verdachte wist. De rechtbank acht het uitgesloten dat deze sporen pas zijn ontstaan na het vertrek van de verdachte op de bewuste ochtend. De sporen moeten toen al aanwezig en zichtbaar zijn geweest. De rechtbank merkt daarbij op dat alle velgen recent waren voorzien van een nieuwe laklaag. De rechtbank stelt daarnaast vast dat vrachtwagenchauffeurs bij hun opleiding van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) leren dat zij dagelijks hun wielmoeren moeten controleren. Het had de verdachte bij een voldoende zorgvuldige controle dus moeten opvallen dat op de betreffende velg roestsporen zaten. Volgens de rechtbank betekent dit dat er 2 mogelijkheden zijn, die beide tot dezelfde slotsom leiden: de verdachte heeft de roestsporen niet opgemerkt en is om die reden onzorgvuldig geweest óf hij heeft de roestsporen wel gezien maar er vervolgens niets mee gedaan, wat ook onzorgvuldig is. Hiermee staat voor de rechtbank vast dat de verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig heeft gehandeld en dat het ongeval aan zijn schuld te wijten is. De rechtbank merkt hierbij nog op dat de verdachte een vrachtwagenrijbewijs had, maar niet voor de vrachtwagencombinatie waar de verdachte die dag mee reed. Voor de schuldvraag bij het veroorzaken van het ongeval speelt dit gegeven echter geen rol, omdat bij beide rijbewijzen dezelfde eisen worden gesteld aan het controleren van de wielmoeren. De man krijgt voor deze verkeersovertreding wel een geldboete van 250 euro.