De gemeente Vught verleende in september 2019 een vergunning aan zichzelf om een stuk van de Jagersboschlaan te verharden. De gemeente wil er een fietsstraat en 2 voetpaden aanleggen. Daarnaast is het de bedoeling dat er leidingen worden aangelegd onder de weg en dat er een riolering komt voor een toekomstige, nabijgelegen nieuwbouwwijk. Een aantal omwonenden maakte bezwaar tegen verharding van de weg, zij vrezen voor overlast vanwege een toename van passerend verkeer. De gemeente wees dit bezwaar in maart jl. echter van de hand. Daarop gingen de omwonenden in beroep bij de rechtbank. Daarnaast verzochten ze de voorzieningenrechter – vanwege het spoedeisende belang – om de gemeente tijdelijk te verbieden de weg te verharden.

Er is een vergunning nodig is voor het verharden van de betreffende weg. Deze vergunning kan worden verleend als door de (in)directe gevolgen van de verharding geen onevenredige aantasting van de landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische en archeologische waarden van de grond ontstaat of kan ontstaan. De gemeente onderzocht wat de directe gevolgen zijn van het verharden, maar keek niet naar de indirecte gevolgen (de mogelijkheid van intensiever autoverkeer).
De voorzieningenrechter sluit niet uit dat de gemeente hier wel naar had moeten kijken bij het verlenen van de vergunning. Hierover moet de rechtbank in de bodemprocedure beslissen. De beroepen over onder meer deze vergunning worden behandeld op een zitting van 25 augustus 2020 en daarna komt er vóór 6 oktober 2020 een uitspraak. In de tussentijd mag de Jagersboschlaan niet worden verhard. Wel mag er worden gewerkt aan de riolering en de leidingen en mag de bestaande verharding worden hersteld.