Uit het medisch dossier komt naar voren dat er wel vragen zijn gesteld over euthanasie, maar niet dat er daadwerkelijk een onderbouwd verzoek om euthanasie is besproken met de huisarts. Ook is het traject via de levenseindekliniek, waar de huisarts naartoe had verwezen, niet opgestart. Aangezien de reguliere geneeskunde niet betrokken was bij de uitvoering van de doodswens van de vrouw, is niet door een bevoegd arts vastgesteld dat er sprake was van uitzichtloos en ondraaglijk lijden.