De chauffeur ontkent niet dat hij tijdens de aanrijding aan het bellen was met een vriend, maar verklaart zelf dat hij dit handsfree deed. Dit blijkt volgens hem uit dat zijn oordopjes bij de telefoon in de cabine van de vrachtwagen werden aangetroffen. Volgens de officier van justitie belde de chauffeur echter niet handsfree en was hij door het telefoongesprek afgeleid. Hierdoor miste hij het rode verkeerslicht en veroorzaakte hij een botsing. De officier van justitie stelt dat er daarom sprake is van zeer onoplettend en onvoorzichtig rijgedrag.

De rechtbank kan niet tot dezelfde conclusie komen omdat er geen bewijs is dat de chauffeur tijdens de aanrijding niet handsfree belde. Het enkele feit dat hij een telefoongesprek voerde, is niet voldoende om hem te kunnen veroordelen voor de ergste categorie schuld, omdat (handsfree) bellen in de auto mag. Wel heeft de chauffeur volgens de rechtbank aanmerkelijk onoplettend gereden. Uit de bewijzen blijkt namelijk dat het verkeerslicht al minstens 4,3 seconden op rood stond toen hij de stopstreep passeerde en daarvóór minimaal 4,8 seconden op oranje heeft gestaan. De rechtbank leidt hieruit af dat de chauffeur zeker 9 seconden onvoldoende oplettend was.

De rechtbank realiseert zich dat geen enkele straf recht kan doen aan het verlies en het verdriet dat het overlijden van het slachtoffer heeft veroorzaakt. In een strafrechtprocedure als deze zijn echter niet alleen de –in dit geval zeer tragische gevolgen– bepalend voor de hoogte van de straf. De rechtbank moet met name kijken naar welke mate van schuld de verdachte heeft en de rechtbank komt hier tot de lichtste variant van schuld. Dat betekent dat het uitgangspunt voor de straf een  taakstraf van 240 uur en een rijontzegging van 1 jaar is. De rechtbank legt dit ook op. De rijontzegging wordt voorwaardelijk opgelegd, omdat de chauffeur ervan doordrongen is dat de aanrijding en de zeer ernstige gevolgen daarvan aan zijn schuld te wijten zijn. Hij beseft dat de gevolgen voor de nabestaanden verschrikkelijk zijn en heeft dat de nabestaanden ook kenbaar gemaakt via een brief. De man heeft zijn theorie- en praktijkexamen opnieuw moeten afleggen om weer gebruik te mogen maken van zijn vrachtwagenrijbewijs. Als hij nu een onvoorwaardelijke rijontzegging opgelegd zou krijgen, zou hij zijn baan als beroepschauffeur verliezen.