De chauffeur reed in oktober 2021 over de Vijverbosweg en stopte ter hoogte van een oversteekplaats voor fietsers om een 17-jarige jongen en zijn vriend voor te laten. De vriend reed rechtdoor, de jongen sloeg linksaf en reed via het fietspad op de rotonde in de richting van de Wolfskamerweg. De chauffeur van de vrachtauto was inmiddels de rotonde opgereden en wilde rechtsaf de Esscheweg in slaan. Daarbij reed de vrachtauto tegen de fietser aan, waardoor het slachtoffer ter plekke overleed.

Uit onderzoek blijkt dat de verdachte bij het verlaten van de rotonde geen maatregelen nam om uit te sluiten dat er iemand in de dode hoek aan de rechterkant van zijn vrachtauto zat. Dit terwijl hij er rekening mee had moeten houden dat de fietser die hij even daarvoor liet voorgaan op de rotonde kon rijden. Desondanks nam hij de afslag met zo'n 20 km/uur en botste daar met de fietser. De rechtbank oordeelt dat de verdachte onzorgvuldig en daarmee aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend handelde. 

De verdachte schoot tekort in de zorgvuldigheid die hij als ervaren vrachtwagenchauffeur in het verkeer en in het bijzonder op een onoverzichtelijke, ingewikkelde rotonde in acht had moeten nemen. Door zijn schuld is een 17-jarige jongen plotseling en op een gruwelijke manier komen te overlijden. Het gemis van het slachtoffer is voor zijn ouders en zussen zwaar. Het gezin voelt niet meer compleet en zal ook nooit meer compleet zijn. Geen enkele straf kan en zaal daaraan rechtdoen, zo beseft de rechtbank.

Bij vergelijkbare zaken is het uitgangspunt een taakstraf van 240 uur en een rijontzegging van 1 jaar. De rechtbank ziet in dit geval aanleiding om daarvan af te wijken. De verdachte leeft en zal moeten leven met het besef dat hij betrokken was bij de dood van een middelbare scholier. Hij is hierdoor aanzienlijk geraakt en is zich bewuster geworden van de zorgvuldigheidsnormen die hij als vrachtwagenchauffeur moet naleven. De rechtbank acht de kans op herhaling dan ook zeer gering. Bovendien werkte hij mee aan een mediation traject met de nabestaanden. Daarom vindt de rechtbank een taakstraf van 200 uur op zijn plaats. Omdat de rechtbank geen meerwaarde ziet om nu nog het rijbewijs van de man in te nemen, die bovendien voor zijn beroep afhankelijk is van zijn rijbewijs, krijgt hij een geheel voorwaardelijke rijontzegging.