De verdachte zat in februari 2019 op de achterbank in een auto met een vuurwapen in zijn hand. Het vuurwapen ging af en de kogel raakte zijn vriend die op de bijrijdersstoel zat in de onderrug. Volgens de officier van justitie maakte de verdachte zich hiermee schuldig aan een poging tot doodslag. De rechtbank ziet dit anders. Uit het dossier blijkt dat het vuurwapen per ongeluk afging toen de verdachte het vast had en dat hij nooit het risico heeft willen nemen dat hij zijn vriend zou verwonden. Hij wordt dan ook vrijgesproken van een poging tot doodslag.

Wel is de verdachte schuldig aan het bezit van een verboden vuurwapen en munitie. Ook had hij bij zijn aanhouding een contant geldbedrag van zo'n 1.750 euro in bezit zonder dat hij de herkomst daarvan kon of wilde verklaren; crimineel geld volgens de rechtbank. Tot slot kerfde hij een tekst in een bankje in de politiecel.

Voor de rechtbank weegt het zwaar dat de verdachte een geladen vuurwapen bij zich had op de openbare weg, in een auto in de directe nabijheid van andere inzittenden. Dit zorgde voor een gevaarlijke situatie. In dit geval ging het ook daadwerkelijk mis. Dat het slachtoffer niet ernstig gewond is geraakt, is enkel aan geluk te danken. Daarbij komt dat de nachtelijke rit met een geladen vuurwapen de aanname rechtvaardigt dat er sprake was van criminele intenties. Verder weegt mee dat de verdachte zich in bedenkelijke kringen bevindt. Een en ander maakt het bezit van een vuurwapen en munitie des te verontrustender. De rechtbank vindt een celstraf van 12 maanden, waarvan 3 maanden, dan ook op zijn plaats.