Beide verdachten ontkennen dat zij het slachtoffer met een stok tegen het hoofd en lichaam hebben geslagen. Hun lezing over het gebeuren wordt onder meer gesteund door een verklaring van een getuige die bij de oudere verdachte was. Daarnaast stelt de rechtbank vast dat het door een andere getuige opgeven signalement van de twee daders -2 jongemannen van 30 jaar- niet bij de oudere verdachte past. Verder heeft de jongste verdachte verklaard dat er 2 confrontaties zijn geweest en dat hij enkel bij de eerste confrontatie aanwezig was. Bij die eerste confrontatie heeft hij met een tak een slaande beweging naar het slachtoffer gemaakt, waarbij hij het slachtoffer mogelijk op zijn hand heeft geraakt. De tweede confrontatie zou het moment zijn geweest waarop het slachtoffer door meerdere personen met stokken is geslagen en hem fors letsel is toegebracht. De verklaring van de jongste verdachte dat hij niet bij deze geweldpleging aanwezig was, wordt ondersteund door de verklaring van het slachtoffer. Aan de omstandigheid dat in de voertuigen van beide verdachten stokken zijn aangetroffen met het bloed van het slachtoffer en dat de oudere verdachte het slachtoffer eerder dreigend had gewaarschuwd uit Eindhoven weg te gaan, kan volgens de rechtbank geen doorslaggevende betekenis worden toegekend. Dat betekent dat er onvoldoende bewijs is. De rechtbank spreekt de verdachten daarom vrij.