Volgens de rechtbank kan worden vastgesteld dat het DNA van de verdachte op de vuilniszak terecht kwam. Toch kan daarmee niet de conclusie worden getrokken dat hij de explosie veroorzaakte; een vuilniszak is namelijk een gemakkelijk te verplaatsen object. De verdachte zegt dat hij thuis een vuilniszak van de rol trok en die achterin een auto heeft gelegd, maar dat hij zelf niet in 's-Hertogenbosch is geweest.
Het lijkt erop dat de verdachte in die bewuste nacht niet thuis was omdat zijn moeder hem belde, maar de rechtbank kan niet vaststellen dat hij in 's-Hertogenbosch was op de dag of het tijdstip van de ontploffing. De persoon op de camerabeelden is niet geïdentificeerd en het signalement is onduidelijk. Er zijn verder geen getuigen die de verdachte op de plaats delict hebben gezien. Uit de bewijsmiddelen blijkt weliswaar dat hij de vuilniszak vast heeft gehad, dat hij zocht op het adres van de explosie en dat hij Bureau Brabant en Opsporing Verzocht nauwlettend in de gaten hield. Dit is echter onvoldoende om vast te stellen dat hij een wezenlijke bijdrage aan de explosie leverde.
Kortom, de rechtbank is van oordeel dat er niet is komen vast te staan dat de verdachte degene was die het explosief naar de woning bracht en het tot ontploffing heeft gebracht of dat hij een andere bijdrage van voldoende gewicht heeft gehad bij waarvan hij verdacht werd. De rechtbank spreekt hem daarom vrij.