De 27-jarige vriend van de vrouw had in 2017 al eens afgesproken in de woning van het slachtoffer in Boxmeer. Destijds haalde hij stiekem een fors geldbedrag weg. Door die afspraak wist hij dat het slachtoffer een portemonnee had waarin veel geld zat. In februari 2020 zocht hij opnieuw contact met de man om hem te kunnen bestelen. Dit plan mislukte tijdens een eerste afspraak, maar drie dagen later zagen ze elkaar opnieuw.

Tijdens die afspraak sloeg de verdachte het slachtoffer met een stuk hout op zijn achterhoofd, bond hij hem vast en doodde hem uiteindelijk met een mes tijdens een worsteling. De man vertrok met de portemonnee. In februari 2021 veroordeelde de rechtbank hem tot een celstraf van 16 jaar voor gekwalificeerde doodslag en diefstal met geweld, de dood tot gevolg hebbend.

De vrouw was op de hoogte van het plan van haar vriend om het slachtoffer opnieuw te beroven. Zij onderhield via haar telefoon contact met het slachtoffer, waarbij ze zich voordeed als haar vriend (de dader van de diefstal en de doodslag) en het slachtoffer op de hoogte hield van de vertraging van haar vriend.

Uit alle contacten tussen de vrouw en haar vriend vóór het misdrijf blijkt niet van een plan of voornemen om geweld te gebruiken. Ook bij de beroving in 2017 en bij het contact een paar dagen voor de fatale ontmoeting, was geen sprake van geweld. Daarnaast nam de dader geen wapen mee naar de seksdate. Uit dit alles maakt de rechtbank op dat de vrouw zich niet bewust was of had moeten zijn dat haar vriend het slachtoffer om het leven zou brengen. De verdachte wordt dan ook vrijgesproken van medeplichtigheid aan de gekwalificeerde doodslag.

Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank er rekening mee dat de verdachte wist dat het geld van het slachtoffer was gestolen en dat hem door toedoen van de man mogelijk iets ernstigs was overkomen. Zij nam het gestolen geld desondanks aan en heeft dit vervolgens uitgegeven. Ze was enkel uit op financiële winst. Daarnaast hielp zij met het wissen van sporen. Verder weegt nog mee dat de verdachte blijft zeggen dat ze geen weet heeft van de oorzaak van de dood van het slachtoffer; met die houding lijkt zij ongevoelig te zijn voor het onherstelbare leed dat haar vriend de nabestaanden heeft aangedaan.

Naast een celstraf moet de vrouw de nabestaanden een schadevergoeding van 25.000 euro betalen voor het gestolen geld.