De vrouw reed op kerstavond vorig jaar met twee mannen naar de woning van haar oom in Eindhoven. Nadat hij zijn voordeur had opengedaan, pakte een van de mannen hem bij zijn keel/mond, bedreigden zij hem en werd het slachtoffer de badkamer ingeduwd. Vervolgens ging ook de vrouw de woning binnen en wees aan waar volgens haar 6.000 euro zou moeten liggen. Het geld werd echter niet aangetroffen. In plaats daarvan namen ze een laptop, televisie, portemonnee, telefoon en de autosleutels van het slachtoffer mee.
De twee medeverdachten verklaarden dat de vrouw met het idee van de overval was gekomen en hen daarbij had verteld dat haar oom 6.000 euro in huis had liggen.
De beide medeverdachten werden eerder door de rechtbank Oost-Brabant veroordeeld. De rechtbank legt de vrouw een zwaardere straf op dan de medeverdachten, omdat zij de woningoverval heeft geïnitieerd. Het wordt de vrouw in het bijzonder aangerekend dat ze de woning van haar oom overviel, terwijl zij hem naar eigen zeggen beschouwt als een vaderfiguur. Ze beschaamde op ernstige wijze het vertrouwen van haar oom. Bij het bepalen van de straf weegt de rechtbank verder mee dat de vrouw geen enkel respect toonde voor de lichamelijke integriteit en de woning en eigendommen van het slachtoffer. De vrouw was samen met haar medeverdachten slechts uit op financiële winst, zonder stil te staan bij de ernstige - met name psychische - gevolgen die een dergelijk delict kan hebben voor het slachtoffer.