De rechtbank begrijpt dat de omwonenden zich zorgen maken over de toename van verkeer. Burgemeester en wethouders mochten zich echter op het standpunt stellen dat het in een stedelijke omgeving als normaal mag worden beschouwd dat die omgeving aan verandering onderhevig is, zeker omdat op de Jagersboschlaan de bestemming “Verkeer” rust. Volgens de rechtbank hebben burgemeester en wethouders voldoende uitgelegd waarom er niet is gekozen voor de alternatieven die de omwonenden aandroegen en hebben zij voldoende inzichtelijk gemaakt hoe de belangen en verschillende alternatieven tegen elkaar zijn afgewogen. De rechtbank oordeelt verder dat deugdelijk en kenbaar is gemotiveerd dat de veiligheid voor fietsers voldoende is gewaarborgd.
Bij de verlening van de vergunning voor de aanleg van de verharding in de Jagersboschlaan hebben burgemeester en wethouders terecht alleen aandacht besteed aan de gevolgen van de werkzaamheden zelf. Zij hoefden niet de effecten van het gebruik van de verharding door gemotoriseerd verkeer in de besluitvorming te betrekken.
De beroepen worden vrijwel allemaal ongegrond verklaard. De uitspraak heeft tot gevolg dat de gemeente van start mag gaan met het verharden van de Jagersboschlaan en het openstellen van de laan voor gemotoriseerd verkeer. Het beroep van het bestuur van het Maurick College werd al tijdens de zitting niet-ontvankelijk verklaard, omdat dat bestuur geen belanghebbende is.