Bij de beslissing heeft de rechtbank onder meer aangegeven dat de wet
expliciet omschrijft wie er onder nabestaanden wordt verstaan. De stiefmoeder en
stiefzus zijn geen bloedverwanten. De rechtbank snapt dat de stiefmoeder en
stiefzus nabestaanden zijn in de ruimste zin van het woord, maar kan hen geen
spreekrecht geven, omdat ze dat volgens de wet niet zijn. De rechtbank vindt het
op de weg liggen van de wetgever om eventueel de wet ten aanzien van
nabestaanden en spreekrecht aan te passen of uit te breiden.
Ondanks dat er geen spreekrecht bestaat, is er wel de mogelijkheid dat de
stiefmoeder en stiefzus bij hun ‘vordering benadeelde partij’ toelichten wat de
verdwijning en de dood van het meisje met hen heeft gedaan. Hier krijgen zij
vanmiddag de gelegenheid voor.