Laden...

Woning in Leende mag voorlopig niet op slot na beschietingen en explosies

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Oost-Brabant > Nieuws > Woning in Leende mag voorlopig niet op slot na beschietingen en explosies
's-Hertogenbosch, 17 december 2025

Een woning in Leende mag tot 21 december a.s. niet worden gesloten. De rechtbank Oost-Brabant bepaalde dat de burgemeester van de gemeente Heeze-Leende eerder te kort door de bocht ging bij zijn beslissing om de woning voor zes maanden te sluiten na een reeks beschietingen en explosies. Hij moet nu een nieuw besluit nemen op het bezwaar dat de bewoner tegen de sluiting maakte.

De burgemeester besloot de woning voor zes maanden te sluiten vanwege de ernstige verstoring van de openbare orde en de dreiging voor de omgeving. Er waren namelijk beschietingen en explosies nabij de woning en een woning aan de overkant van de straat. De bewoner maakte bij de burgemeester bezwaar tegen dit besluit en stapte naar de rechter. De voorzieningenrechter oordeelde in augustus jl. dat de burgemeester de duur van zes maanden niet goed had gemotiveerd en verkortte daarom de maatregel tot 21 oktober. De gemeente nam vervolgens een beslissing op het bezwaar van de bewoner en hield daarbij met dezelfde motivering vast aan een sluiting van zes maanden. De bewoner stapte daarop opnieuw naar de rechter.

De rechtbank oordeelt dat de burgemeester de woning in eerste instantie al niet had mogen sluiten voor zes maanden. Hij gebruikte bij het bepalen van deze duur een omgekeerde benadering, waarbij de woning voor lange termijn wordt gesloten en steeds wordt gekeken of de sluiting kan worden beëindigd. Dit mag niet. De duur van de sluiting moet namelijk beperkt zijn tot een periode waarin de openstelling van de woning daadwerkelijk een bedreiging vormt voor de openbare orde. Tijdens de sluiting kan de burgemeester de dreiging en de mogelijkheid van andere maatregelen onderzoeken. Het zou kunnen dat zich tijdens de sluiting omstandigheden voordoen die maken dat de dreiging afneemt en/of dat inmiddels met andere maatregelen kan worden volstaan. 

Mocht de dreiging na afloop van de bepaalde sluitingsduur niet zijn afgenomen, dan kan de burgemeester besluiten tot verlenging. Zo'n verlenging moet de burgemeester dan weer goed motiveren. Als een bewoner het hiermee niet eens is, kan hij in bezwaar gaan en zo nodig laten toetsen door een rechter. Door de omgekeerde benadering van de burgemeester wordt de bewoner die rechtsmiddelen ontnomen.

Nog zinvol?

Verder heeft de burgemeester bij zijn besluit op het bezwaar van de bewoner niet goed rekening gehouden met alle omstandigheden. Hij wist namelijk al dat de woning op 21 oktober 2025 zou worden geopend. Dit had de voorzieningenrechter op 7 augustus jl. bepaald. Deze opening van de woning zou pas eindigen met een uitspraak van de rechtbank over of de woningsluiting stand kon houden. Dan zou er nog maar een korte periode na die uitspraak zijn om de woning weer te sluiten. De burgemeester heeft namelijk toegezegd dat de sluiting niet langer zou duren dan tot 21 december 2025. De vraag is dan of zo'n korte sluiting na een langere tijd van opening nog wel zinvol is. Hier hield de burgemeester geen rekening mee.

De rechtbank vernietigt het besluit van de burgemeester. Hij moet nu een nieuwe besluit op het bezwaar van de bewoner nemen. Daarbij bepaalt de rechtbank dat de burgemeester tot 21 december de woning niet meer mag sluiten op grond van het oorspronkelijke besluit. 

Uitspraak