De burgemeester van Eindhoven besloot in september 2009 dat de man diende weg te blijven uit Eindhoven zolang hij geen concrete resocialisatie, toezicht- of zorgafspraken zou maken. De voor zedendelicten veroordeelde man maakte
bezwaar tegen dat besluit en stapte naar de rechter. De voorlopige voorzieningenrechter oordeelde in oktober vorig jaar dat de burgemeester niet bevoegd was de gebiedsontzegging op te leggen en dat de burgemeester een gemotiveerde beslissing op het bezwaar van de man moest nemen. De burgemeester nam in april 2010 een beslissing op het bezwaar en handhaafde het gebiedsverbod. Tegen die beslissing stelde de man onlangs beroep in bij de bestuursrechter van de rechtbank ’s-Hertogenbosch.
De burgemeester van Eindhoven verzocht de rechtbank op 29 april jl. de behandeling van de zaak uit te stellen. De rechtbank heeft dat verzoek gehonoreerd, nu de belangen van de partijen niet worden geschaad door het uitstel. De man mag immers voorlopig in Eindhoven verblijven als gevolg van het voorlopige oordeel van de voorzieningenrechter op 28 april jl. toen het gebiedsverbod werd geschorst. De behandeling van het beroep door de meervoudige kamer is niet te verwachten voor begin juli a.s.