De zoon was in oktober 2019 bij zijn vader in Leende en voerde een telefoongesprek met een man over een conflict tussen de vader van de verdachte en diens ex-partner. De man was de nieuwe vriend van die ex. Uit het gesprek bleek dat de man naar de woning van de vader zou komen. Omdat de zoon en zijn vader bang waren voor een gewelddadige confrontatie, belde de vader naar het alarmnummer.

Toen duidelijk werd dat de politie niet ter plekke zou komen, deed ook de zoon nog een vergeefse poging 112 te bellen. Op het moment dat de man aanbelde bij de woning, deed de vader open en ontstond er een schermutseling. De zoon kwam vanuit de woonkamer zijn vader te hulp en haalde met een machete uit naar de man. Het slachtoffer liep daarbij een snijwond op aan zijn rug van 23 centimeter lang en 10 centimeter breed.

De zoon heeft zich schuldig gemaakt aan een poging doodslag. Door met deze machete op deze wijze uit te halen, had er namelijk een dodelijke verwonding toegebracht kunnen worden. De vader wordt vrijgesproken van medeplegen van dit delict. Er is geen bewijs dat hij wist wat zijn zoon van plan was. Ook zette de vader zijn zoon hiertoe niet aan. Daarnaast is er volgens de rechtbank ook geen sprake van dat de vader het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel probeerde toe te brengen. De vader sloeg namelijk met een korte houten knuppel (30 centimeter) richting het torso van de man.

Volgens de advocaat was er sprake van noodweer. De verdachte zag zijn grootste angst, dat zijn vader iets door het slachtoffer zou worden aangedaan, waarheid worden. Daarom was hij genoodzaakt zijn vader te verdedigen en hakte hij met de machete in op de man. De rechtbank ziet dit anders. Het is niet aannemelijk geworden dat de situatie zodanig was dat de verdachte dergelijk geweld moest gebruiken. Immers, de man was alleen en ongewapend, terwijl de verdachte en zijn vader met zijn tweeën waren en de vader gewapend was met een knuppel. Ook het beroep op noodweerexces wordt verworpen.

Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank er rekening mee dat de aanloop naar het delict voor de verdachte zeer stressvol was. Hij raakte betrokken in een conflict tussen zijn vader, diens ex-partner en haar nieuwe vriend. Het slachtoffer zocht bewust de confrontatie op, waarbij het slachtoffer als eerste fysiek geweld gebruikte tegen de vader. Daarnaast deed de verdachte een vergeefse poging om via 112 hulp te krijgen om de confrontatie te vermijden, nadat eerder zijn vader al had gebeld met het alarmnummer. Het was voor de verdachte – mede ook door zijn verstandelijke beperking – een zeer beangstigende situatie. De rechtbank beschouwt hem door die verstandelijke beperking bovendien als verminderd toerekeningsvatbaar.

De rechtbank meent net als de officier van justitie dat een onvoorwaardelijke celstraf op dit moment desastreus zou zijn voor de verdachte; de verdachte heeft zijn leven thans goed op de rit. Daarom legt de rechtbank een grotendeels voorwaardelijke straf op. Het onvoorwaardelijke deel (2 dagen) zat de verdachte al uit in voorarrest. Dit betekent dat hij niet terug naar de cel hoeft.