Laden...

Veroordelingen na dodelijk duikongeval stuwcomplex Driel

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Overijssel > Nieuws > Veroordelingen na dodelijk duikongeval stuwcomplex Driel
Zwolle, 26 augustus 2021

Twee leidinggevenden van een duikbedrijf en een duikploegleider zijn veroordeeld tot taakstraffen vanwege hun rol bij een dodelijk duikongeval bij een stuw in Driel. De rechtbank oordeelt dat het duikbedrijf, de twee voormalig leidinggevenden en de duikploegleider aanmerkelijk nalatig zijn geweest en veiligheidsvoorschriften niet hebben nageleefd.

Afbeelding ter illustratie


Bij duikwerkzaamheden bij het stuwcomplex in de Rijn bij Driel werd op 8 september 2017 een van de duikers verrast door een krachtige zuiging als gevolg van een groot gat aan de onderzijde van de stuw. Daardoor werd hij tegen de stuwwand gezogen en had hij, door de enorme kracht van het water, geen mogelijkheid om te ontsnappen.

Een 50-jarige uitvoerend projectleider van de opdrachtgever van het duikbedrijf is door de rechtbank vrijgesproken. Uit het dossier blijkt niet dat hij opdracht geeft gegeven voor de duikwerkzaamheden. Ook lag de eindbeslissing of het verantwoord was om te duiken bij het duikbedrijf.

Gebrekkige overdracht

Op de dag van het ongeval waren de leidinggevenden niet op de locatie aanwezig en was een andere duikploegleider aangesteld. De rechtbank oordeelt dat de (voormalig) operationeel leidinggevende de taak gebrekkig, slordig en nonchalant aan de duikploegleider heeft overgedragen. Zo werd de duikploegleider niet goed geïnformeerd over de te verrichten werkzaamheden en was hij niet op de hoogte gebracht van een bestaande lekkage. Vanwege zijn verantwoordelijkheid voor de duikploeg had de duikploegleider ondanks de gebrekkige overdracht meer inlichtingen moeten inwinnen. Ook had hij voor de duikwerkzaamheden meer moeten doen om vast te stellen dat geen sprake was van een lekkage. Door dat niet te doen heeft hij zich net als de twee leidinggevenden en het duikbedrijf schuldig gemaakt aan dood door schuld. Daarnaast hebben de twee leidinggevenden en het duikbedrijf opzettelijk in strijd met de Arbo-bepalingen gehandeld.

Schijnveiligheid

De rechtbank heeft de indruk dat bij het duikbedrijf sprake was van een schijnveiligheid, dat bepaalde veiligheidsvoorschriften werden vastgelegd omdat dit verplicht is, zonder dat werd beoogd met het naleven van die voorschriften ongelukken te voorkomen. Hiermee heeft het duikbedrijf niet aan de zorgplicht voor haar medewerkers voldaan. De ernstige afloop van het ongeluk maakt op pijnlijke wijze duidelijk dat deze voorschriften er niet voor niets zijn. De rechtbank hoopt met het vonnis bij te dragen aan de bewustwording dat veiligheidsvoorschriften er zijn om te zorgen voor een veilige werkplek.

Geen opzet, wel verwijt

Duidelijk is dat geen van de betrokkenen gewild heeft dat een duiker zou komen te overlijden, maar de mannen kan wel een verwijt worden gemaakt. De 40-jarige duikploegleider krijgt daarom een voorwaardelijke taakstraf van 60 uur met een proeftijd van 3 jaar opgelegd. Hoewel hij geen goede overdracht van de leidinggevenden kreeg, mag van hem worden verwacht dat hij als duikploegleider ook zelf verantwoordelijkheid nam. Het bedrijf krijgt een geldboete van 60.000 euro opgelegd, waarvan 20.000 euro voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. De 42-jarige en 39-jarige (voormalig) directeuren van het bedrijf hebben taakstraffen van 180 uur opgelegd gekregen, waarvan 60 uur voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar.

Uitspraken