Gelukkig hoor je het woord neonaticide niet elke dag in de rechtbank. In zo’n geval wordt een moeder verdacht van het doden van haar pasgeboren kindje binnen 24 uur na de bevalling. Toch was dat eind mei 2021 aan de orde in de Almelose zittingszaal, in een zaak van een vrouw uit Haaksbergen. Dat zijn verdrietige en bijzondere strafzaken. Neonaticide is een wetenschappelijke term, voor dit soort heel bijzondere gevallen.
In de wet kennen we de begrippen kindermoord of kinderdoodslag. De maximumstraffen hiervoor zijn lager dan bij ‘gewone’ moord en doodslag. Zo kun je voor moord in het uiterste geval een levenslange gevangenisstraf krijgen, bij kindermoord is het maximaal 9 jaar. Die regels voor kindermoord en doodslag zijn alleen van toepassing als de moeder vreest voor de ontdekking van haar bevalling en dat die angst ervoor zorgt dat zij haar pasgeboren kind om het leven brengt. Die bepalingen zijn ooit in de wet gekomen omdat wanhopige dienstmeisjes, in een tijd zonder sociaal vangnet, vroeger soms geen andere mogelijkheid zagen dan hun kind te doden.
Dat de straffen lager zijn komt omdat de angst voor ontdekking van de bevalling de moeder drijft tot deze gruwelijke daad. Er zijn dan dus verzachtende omstandigheden.
In de zaak van de vrouw uit Haaksbergen was sprake van neonaticide. Maar er was geen sprake van kindermoord of kinderdoodslag. Er was geen enkel aanknopingspunt dat de vrouw bang zou zijn geweest dat haar bevalling ontdekt zou worden. De rechtbank veroordeelde haar tot een gevangenisstraf van 8 jaar en tbs met dwangverpleging wegens doodslag op haar pasgeboren baby. Hij werd slechts enkele minuten tot hoogstens een half uur oud.