De
rechtbank beoordeelt het bewijsmateriaal als overtuigend en acht de poging tot
moord, het verboden wapenbezit, de belaging, de bedreigingen, de vernielingen en
het overtreden van het contactverbod bewezen. Deze feiten hebben niet alleen
grote gevolgen voor het slachtoffer en de dochter gehad. Een poging tot moord
op een (ex-)partner zorgt voor onrust, afschuw, onbegrip en grote morele
verontwaardiging in de samenleving. Deze
feiten rechtvaardigen een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De
verdachte wordt daarom veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 jaar.