Na een ruzie hebben de vrouw en dochter van de verdachte de echtelijke woning op dinsdag 28 februari 2017 verlaten. Ze verbleven in de nacht van 28 februari 2017 op 1 maart 2017 in de woning van de ouders van de vrouw. Diego, het zoontje van het echtpaar, bleef thuis bij de verdachte. Om 23.10 uur belde Diego vanuit de woning nog met zijn moeder. De verdachte en een vriend van de verdachte waren daarbij aanwezig. Rond 23.30 uur verliet de vriend de woning van de verdachte.
De volgende ochtend om 06.05 uur belde de verdachte hevig geëmotioneerd 112 en vertelde aan de centralist dat hij zojuist het levenloze lichaam van zijn zoontje had aangetroffen. Nog tijdens dit gesprek arriveerde de politie bij de woning en vond Diego in het ouderlijk bed. Hij was door verwurging om het leven gekomen.
De verdachte ontkent dat hij Diego om het leven heeft gebracht. Hij houdt vol dat hij die nacht op enig moment in een diepe slaap is gevallen en na het ontwaken Diego dood aantrof. Dat is echter onjuist.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte wel degelijk wakker was in de periode waarin Diego is overleden. Vervolgens is vast komen te staan dat vanaf rond middernacht alleen de verdachte en Diego in de woning aanwezig waren en dat daarna tot aan de komst van de politie niemand anders in de woning is geweest. Verder is van belang dat in de hals van Diego naast zijn eigen DNA uitsluitend het DNA van de verdachte is aangetroffen.
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte zijn 10-jarige zoontje Diego, door hem te wurgen, om het leven heeft gebracht. Dit is onvoorstelbaar wreed en onbegrijpelijk. Diego vertrouwde zijn vader en was dol op hem. Volgens getuigen waren het ‘beste vrienden’. Dat juist de vader, op een voor Diego vertrouwde plek, een einde maakte aan het jonge leven van zijn zoon is nauwelijks te bevatten.