Vast staat dat de verdachte een voorrangsfout heeft gemaakt. Uit de technische rapporten en de camerabeelden van Stadstoezicht blijkt dat, toen de bijrijder in de vuilnisauto stapte en het rechterportier opende, de verdachte 4 seconden geen zicht had op de rijstrook waarop de vrouw zich bevond. De spiegels stonden niet in hun normale positie, omdat ze meedraaiden met het geopende portier. Op camerabeelden is ook te zien dat de verdachte nog voordat het rechterportier geheel was gesloten direct naar rechts stuurde en wegreed. Kijken in de spiegels kon pas vrij plaatsvinden toen de vuilnisauto al reed, omdat het rechterportier toen pas was gesloten en de spiegels weer in hun normale positie stonden.
De verdachte keek onvoldoende (lang) in de spiegels, heeft daardoor de vrouw niet gezien en overreed haar met de dood tot gevolg. Van een beroepschauffeur mag worden verwacht dat hij, alvorens weg te rijden, voldoende tijd neemt om goed in zijn spiegels te kijken om te controleren of er geen verkeer in de buurt is van zijn vrachtauto. Daarnaast heeft de verdachte de omgeving niet in de gaten gehouden toen de auto stilstond.