Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder ze zijn gepleegd, en de justitiële documentatie van de verdachte. De opgelegde gevangenisstraf van 102 dagen komt overeen met de tijd die de verdachte al in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De rechtbank heeft daarom het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven, waarmee de verdachte zijn straf in deze zaken heeft uitgezeten. Verdachte verblijft nog in voorarrest in andere, nog lopende, zaken.