Op een bij de overval achtergelaten schoen en scooter is DNA van de verdachte en van een aantal andere onbekende personen aangetroffen. Uit camerabeelden van de overval blijkt dat de schoen is verloren door de dader die de scooter bestuurde. De verdachte heeft een verklaring voor die sporen gegeven: die sporen zouden op een ander moment zijn ontstaan.
De rechtbank noemt het aantreffen van DNA een belangrijke aanwijzing. De rechtbank ziet de DNA sporen verder in samenhang met de camerabeelden. Daarnaast heeft de verdachte een ongeloofwaardige verklaring voor die sporen gegeven. Daarom concludeert de rechtbank dat het gevonden DNA een daderspoor betreft en dus bewijs dat de verdachte bij de poging overval betrokken was.
De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden met aftrek van voorarrest.