Verdachte heeft op 31 juli 2018 in de loop van de avond een ongeval veroorzaakt op de kruising Bergweg met de Zwart Janstraat en de Rodenrijselaan. Hij heeft met de door hem bestuurde auto met –in de gegeven omstandigheden– zeer hoge snelheid het 19-jarige slachtoffer aangereden op het zebrapad. Het slachtoffer is enkele dagen later overleden aan de gevolgen van de aanrijding door verdachte.

De advocaat heeft vrijspraak bepleit van de hele beschuldiging. De officier van justitie achtte de doodslag bewezen. Wel is hij daarbij van oordeel dat sprake is van voorwaardelijk opzet bij verdachte, niet van de bedoeling of intentie om iemand dood te rijden. 

De rechtbank is van oordeel dat in deze zaak bij verdachte sprake is van zodanig bewust en zeer ernstig gevaarzettend rijgedrag dat sprake is van voorwaardelijk opzet op het toebrengen van dodelijk letsel aan het slachtoffer, die als voetganger op een zebrapad de weg overstak. Doodslag, omdat verdachte op een late zomeravond in een soort dollemansrit door een deel van de binnenstad van Rotterdam heeft gereden. Een combinatie van wegmarkeringen en knipperende verkeerslichten ter plaatse maakte duidelijk dat verdachte een verkeersituatie naderde waarbij hij (extra) alert moest zijn op overige verkeersdeelnemers. Verdachte heeft dat volstrekt niet gedaan en is met een snelheid van tenminste (ongeveer) 75 km/u die kruising opgereden. Nadat hij het slachtoffer had aangereden, is hij niet gestopt, maar met onverminderde snelheid doorgereden, waarbij hij bovendien bijna een fietser aanreed.  

De opgelegde straf is geheel overeenkomstig de eis van de officier van justitie. Door het handelen van verdachte heeft het 19-jarige slachtoffer op brute manier zijn leven verloren. Ook betrekt de rechtbank bij de straftoemeting in het nadeel van de verdachte dat uit het dossier en de proceshouding van de verdachte aanwijzingen zijn aangetroffen dat de verdachte sporen van de aanrijding aan zijn auto heeft weggemaakt of laten wegmaken. De rechtbank heeft zeer sterke twijfels bij het gestelde geheugenverlies van verdachte, wat leidt tot extra leed bij de nabestaanden. De verdachte was geschorst tot de uitspraak. Gelet op de inhoud van het vonnis is de schorsing niet verder verlengd, en zal de voorlopige hechtenis van verdachte weer worden hervat.