Op 12 december 2018 heeft de moeder van de verdachte 112 gebeld. Zij heeft kort daarvoor telefonisch van haar zoon, de verdachte, begrepen dat hij in zijn Rotterdamse studentenwoning ruzie had gehad met zijn Amerikaanse huisgenote en dat hij haar daarbij had gestoken.
Naar aanleiding van de 112-melding zijn politieagenten naar de woning gegaan, waar zij het bebloede slachtoffer aantroffen.
De agenten hebben geprobeerd haar te reanimeren, maar de vrouw was al overleden.
De verdachte heeft verklaard dat hij zich niet alles van de bewuste dag kan herinneren. Hij herinnert zich wel dat hij boos was op zijn huisgenote en dat hij haar ’s ochtends heeft opgewacht omdat hij met haar wilde praten. Vervolgens kregen zij ruzie en ontstond er een worsteling.
Hij herinnert zich dat hij een mes in zijn handen heeft gehad. Hij herinnert zich niet wat er tijdens de ruzie vervolgens is gebeurd, wat hij met het mes heeft gedaan en of hij de vrouw heeft gestoken. Wel herinnert hij zich dat hij de vrouw onder het bloed in haar kamer heeft zien liggen. Hieruit concludeerde hij dat hij haar moet hebben neergestoken.